Minister Kamp van Economische Zaken is in 2015 voornemens wetten en regels aan te passen aan de technologische mogelijkheden en maatschappelijke veranderingen van de 21ste eeuw.
De opkomst van nieuwe spelers als Uber, Airbnb en Netflix veranderen markten en dit vereist een modernisering van allerlei verouderde lokale regels, nationale wetten en Europese richtlijnen.
Voorbeelden van wetten die Kamp gaat evalueren zijn de Taxiwet, de Wet op de vaste boekenprijs, de Zondagswet en de Rijtijdenwet.
De Zondagswet staat formeel koopzondagen in de weg. De Rijtijdenwet zorgt voor oneerlijke concurrentie voor chauffeurs van vlees en bloed als zelfrijdende auto's een grote vlucht nemen. En wetten op het terrein van merken, octrooien en voortbrengselen van de menselijke geest lopen bijna per definitie achter de snel veranderende werkelijkheid aan, zoals 3D-printen.
Kamp gelooft heilig in digitale innovatie. Het vergroot de transparantie en maakt de deeleconomie mogelijk.
Voor voortdurende innovatie, het versterken van de kenniseconomie en dus voor het stimuleren van economische groei acht de bewindsman 'start-ups' cruciaal. Hij benoemt een 'speciale gezant' om veelbelovende buitenlandse beginnende bedrijven te lokken naar Nederland, meer specifiek naar Amsterdam. 'Ons internationale uithangbord.'
