Onlangs maakte minister Kamp de cijfers over de WBSO in 2016 bekend. Een lichte daling in het aantal bedrijven, een stijging in toegekend budget.
In 2016 hebben in totaal 22.330 bedrijven WBSO toegekend gekregen, waarvan ruim 97% mkb-bedrijven. Het aantal gebruikers is daarmee licht gedaald ten opzichte van 2015 (-2,8%). Deze daling laat zich volgens Kamp deels verklaren doordat de definitie van R&D in de WBSO per 2016 is ingeperkt. Sindsdien richt de WBSO zich op de kern van wat R&D raakt, technisch wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling. Het uitvoeren van technische haalbaarheid het uitvoeren van procesgericht technisch onderzoek komen sinds 2016 niet meer in aanmerking.
Bij de publicatie van de cijfers is ook gesproken over de term ‘nieuwheid’ in de WBSO. Binnen de WBSO is nieuwheid gericht op technische ontwikkelingen die nieuw zijn voor het bedrijf. Het doel van de regeling is om nieuwe kennis en ontwikkeling vanuit binnenuit te stimuleren. In andere subsidieregelingen wordt soms gesproken over ‘nieuw voor de sector, nederland of zelfs de wereld’. Hiermee worden de criteria en administratieve lasten vanzelfsprekend verzwaard. Zowel voor de aanvrager als voor de beoordelaar.
EZ is van mening dat voor de WBSO geen aanscherping in de definitie van 'nieuwheid' nodig is en dat kan worden vastgehouden aan de zogenoemde ‘Frascati-definitie’. Dezelfde definitie wordt ook gebruikt in OESO-verband om OESO-lidstaten te helpen R&D-statistieken bij te houden. De Frascati-definitie houdt in dat een R&D-activiteit 'novel, creative, uncertain, systematic, transferable and/or reproducible' moet zijn; nieuw voor het bedrijf.
Bovenstaande is dus goed nieuws voor bedrijven in Nederland die gebruik maken of willen maken van de WBSO en daarmee indirect ook voor toepassing van de innovatiebox door het MKB.
